Jan ten Brink (philologist)

from Wikipedia, the free encyclopedia
Jan ten Brink

Jan ten Brink (born September 8, 1771 in Amsterdam , † October 2, 1839 in Groningen ) was a Dutch classical philologist .

Life

The son of the Amsterdam hatter Barend ten Brink and his wife Hilletje Tromp visited the “Athaneum Illustre” in his hometown. He then began studying theology and literature at Leiden University . Here he defended under Johan Luzac (1746-1807) his dissertation Observationes in loca Veterum, praecipue quae sunt de Vindicta Divina . In the Batavian Revolution of 1795 took an active role. In 1796 he became a teacher at the Latin school in Harderwijk , 1799 rector of the Latin school in Schiedam and soon after that rector of the grammar school in Harderwijk.

As rector of the Harderwijker grammar school, he gave his inaugural address Oratio de Graecorum Romanorumque scriptorum studio hac etiam philosophiae luce praestantissimo (Harderw. 1799) and wrote an Oratio pro Graecae linguae studio in 1801 (Harderw. 1801). In 1804 the University of Harderwijk appointed him professor of history, rhetoric and Greek literature, which office he took up with the speech Oratio de Tragedia Graeca . Here he was also rector of the college in 1807 and after the same was abolished in 1812 rector of the Latin school in Haarlem . When the Netherlands gained its independence, Jan ten Brink was appointed professor of Greek and Latin at the University of Groningen in 1815 , which he held until the end of his life.

Ten Brinck had a profound knowledge of ancient literature, as evidenced by his translations by Sallust , Cicero , Xenophon , Demosthenes and others. On March 18, 1805 he received an honorary doctorate from the Harderwijker Alma Mater and was a member of several learned societies.

Brink was married twice. His first marriage was with Helena Wijva Glasius on August 14, 1797, and they had nine children. His second marriage was on August 12, 1828 with Johanna van Staden, the widow of Albert Jan Glasius.

Works

  • Redevoering gehouden in tegenwoordigheid van de Provisioneelen Raad en de gemeente van Leyden in de St. Pieterskerk aldaar, op den June 17th 1795. Leiden 1795.
  • Concerns about het voorstel van denburger CL van Beyma, given in de Nationale Vergadering, on Wednesday, September 20th, 1797; om door ambtenaren af ​​te doen leggen den eed van haat aan het Stadhouderschap, de Aristocratie en de Regeringloosheid. Amsterdam 1797.
  • Crispus Sallustius, over de zamenzwering van LS Catilina, benevens vier redevoeringen van Cicero, over hetzelfde onderwerp, uit het Latijn vertaald met aanmerkingen. Amsterdam 1798
  • Dupaty, Brieven over Italië, in het jaar 1788, uit het Fransch vertaald. Groningen 1799
  • Krijgstogt van Cyrus door Xenophon; uit het Grieksch vertaald, met eene kaart en aanteek. Amsterdam 1809
  • Medea, Treurspel van Euripides, uit het Grieksch vertaald. Amsterdam 1813
  • Nieuwe Fransche Tiranny, bijzonder onder de regering van Napoleon, ten Gebruike der Scholen. Amsterdam 1814
  • Cyropedie, of over de opvoeding en het leven van den ouden Cyrus, door Xenophon, uit het Grieksch vertaald. Amsterdam 1814. 2 parts
  • Kort betoog dat de verbondene mogendheden regtigd en verpligt zijn om Napoleon Bonaparte van den Franschen troon met geweld van wapenen te verdrijven. Amsterdam 1815
  • Xenophon, Gedenkwaardigheden van Socrates, uit het Grieksch vertaald. Groningen 1819
  • E. Jouy, de Zedekunde op de Staatkunde toegepast, uit het Fransch vertaald en met aanmerkingen opgehelderd. Groningen 1823–1824, 2nd parts
  • Poems. Amsterdam 1824

literature

  • Zuidema: Brink, Jan ten . In: Petrus Johannes Blok, Philipp Christiaan Molhuysen: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek. (NNBW) Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING), AW Sijthoff, Leiden, 1918, Vol. 4, Col. 304–306, (Dutch)
  • Abraham Jacob van der Aa : Biographical woordenboek der Nederlanden, bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige people, who zich op eenigerlei wijze in ons vaderland vermaard made. Verlag JJ Van Brederode, Haarlem, vol. 2, 2nd issue, 1855, p. 1326 ( online , Dutch)
  • Friedrich Julius Otto: The complete literature of the Netherlands, or life and work of the Dutch writers since the thirteenth century up to our time. Publishing house of the bibliographical institute, Hildburghausen-Amsterdam-Philadelphia, 1838, Sp. 70, (online)

Web link