Lucy B. and CW van der Hoogtprijs
The Lucy B. en CW van der Hoogtprijs is a Dutch literary prize that has been awarded annually since 1921. It is awarded by the Society for Dutch Literature (Dutch: Maatschappij der Nederlandse Letterkunde - MdNL). The prize money was donated by the Van der Hoogt couple .
The price was discontinued in 1921 after a gift from the weekly De Haagsche Post . From 1921 to 1924 it was therefore also called the Haagsche Postprijs . In 1925 it was renamed CW van der Hoogtprijs . That was his name until 1939; then it got its current name.
The prize consists of a penny and an amount of money.
Prize winners from 1940: Lucy B. and CW van der Hoogtprijs
- 2018: Lize Spit for Het Smelt
- 2017: Idwer de la Parra for Grond. poems
- 2016: Niña Weijers for De consequenties
- 2015: Hanneke van Eijken for Papieren veulens
- 2014: Sander Kollaard for Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde
- 2013: Kira Wuck for Finse meisjes
- 2012: Merijn de Boer for Nestvlieders
- 2011: Lieke Marsman for Wat ik mijzelf graag voorhoud
- 2010: Bert Natter for enthusiasts heeft ons aangeraakt
- 2009: Ester Naomi Perquin for servettes halfstok and named de other
- 2008: Eva Maria Staal for Probe het mortuarium
- 2007: Thomas Möhlmann for De vloeibare jongen
- 2006: Anton Valens for Meester in de hygiëne
- 2005: Micha Hamel for Alle enen opgeteld
- 2004: Rob van der Linden for De hand, de kaars en de mot
- 2003: Geert Buelens for Het is
- 2002: Josse De Pauw for Werk
- 2001: René Puthaar for Dansmuziek
- 2000: Erwin Mortier for Marcel (from Flemish by Waltraud Hüsmert, Suhrkamp Verlag, Frankfurt am Main 2001, ISBN 9783518412305. )
- 1999: Erik Menkveld for De karpersimulator
- 1998: Arthur Japin for De zwarte met het witte hart
- 1997: Piet Gerbrandy for Weloverwogen en one-stop-shop
- 1996: Wessel te Gussinklo for De opdracht
- 1995: Peter Ghyssaert for Cameo
- 1994: Geertrui Daem for Boniface
- 1993: Anna Enquist for Jachtscènes
- 1992: Marie Kessels for Boa
- 1991: Charles Ducal for De hertog en ik
- 1990: Margriet de Moor for Dubbelportret
- 1989: Marc Reugebrink for Komgrond
- 1988: Jan Brokken for De zee van vroeger
- 1987: Rogi Wieg for Toverdraad van dagverdrijf
- 1986: August Willemsen briefing for Braziliaanse
- 1985: Benno Barnard for Klein Rozendaal
- 1984: Thomas Rosenboom for De mensen thuis
- 1983: Lela Zeckovíc for Belvédère
- 1982: Kester Freriks for Hölderlins gates
- 1981: Eva Gerlach for Verder geen leed
- 1980: Oscar de Wit for Met koele obcessie
- 1979: Hans Tentije for Wat ze zei
- 1978: Hilbert G. Kuik for Het Schot
- 1977: Dirk Ayelt Kooiman for De grote stilte
- 1976: Kees Ouwens for Gehele oeuvre
- 1975: Fritzi ten Harmsen van der Beek for Gehele oeuvre
- 1974: Frank Martinus Arion for Dubbelspel
- 1973: Guus Vleugel for his cabarets
- 1972: Breyten Breytenbach for Lotus
- 1971: Wim Huyskens for Schuine lyriek and De poëtische bijl
- 1970: Jacq Firmin Vogelaar for Het heeft geen naam
- 1969: Hugo Raes for De Lotgevallen
- 1968: HC ten Berge for Personages
- 1967: Andreas Burnier for Een tevreden lach
- 1966: Gust Gils for Een plaats onder de maan
- 1965: Jacques Hamelink for Het plantaardig bewind
- 1964: J. Bernlef for Dit geschugd verval
- 1963: Cees Nooteboom for De ridder is storven
- 1962: Willem Brakman for Een winterreis
- 1961: Bert Schierbeek for the complete works
- 1960: Christine D'haen for poems 1946-1958
- 1959: Anton Koolhaas for Er zit geen spek in de val
- 1958: Hans Warren for Saïd
- 1957: Jacques Presser for De Nacht der Girondijnen
- 1956: WJ van der Molen for De onderkant van het licht
- 1955: Willem G. van Maanen for De onrustzaaier
- 1954: Guillaume van der Graft for Vogels en Vissen
- 1953: Adriaan van der Veen for Het wilde feest
- 1952: Jan Willem Schulte Nordholt for Levend landschap
- 1951: Alfred Kossmann for De nederlaag
- 1950: Leo Vroman for poems, vroegere en latere
- 1949: Anna Blaman for Eenzaam avontuur
- 1948: Hendrik de Vries for Toovertuin
- 1947: JJ Klant for De geboorte van Jan Klaassen
- 1946: Bert Voeten for Doortocht
- 1945: Muus Jacobse for Vuur en wind
- 1945: Ida Gerhardt for Het veerhuis
- 1942: Beb Vuyk for Het laatste huis van de wereld
- 1941: M. Vasalis for Parken en woestijnen
- 1940: Clara Eggink for Het schiereiland .
Prize winner from 1925 to 1939: CW van der Hoogtprijs
- 1939: Ed. Hoornik for Mattheus
- 1938: Simon Vestdijk for Het vijfde zegel
- 1937: Henriëtte van Eyk for Gabriël: de geschiedenis van een mager mannetje
- 1936: Hendrik Marsman for Porta Nigra
- 1935: Not awarded.
- 1934: J. Slauerhoff for Soleares
- 1933: Anton van Duinkerken for poets of the contra-Reformatie
- 1932: Johan Fabricius for comedians trokken voorbij
- 1931: Arthur van Schendel for Het fregatschip Johanna Maria
- 1930: Antoon Coolen for Het donkere licht
- 1929: Anthonie Donker for borders
- 1928: Aart van der Leeuw for Het aardsche paradijs
- 1927: Herman de Man for Het wassende water
- 1926: Dirk Coster for Verzameld Proza
- 1925: R. van Genderen Stort for Kleine Inez
Prize winner from 1921 to 1924: Haagsche Postprijs
- 1924 Not awarded.
- 1923 Jo de Wit for Open zee
- 1922 Carry van Bruggen for Het huisje aan de sloot
- 1921 Elisabeth Zernike for Het schamele deel